Selecteer een pagina

Loonkostenvoordeel (LKV) is een fijne regeling voor werkgevers. Het maakt het voor hen aantrekkelijk bepaalde groepen werknemers in dienst te nemen of te houden. Voor 2018 hadden we daarvoor de premiekorting en mobiliteitsbonus maar die regelingen hadden een aantal gebreken. Het loonkostenvoordeel lost die op. Maar ook dit is een regeling met wat haken en ogen waar je maar beter rekening mee kunt houden. In dit blog deel ik mijn kennis zodat jij kunt zorgen dat een werkgever optimaal gebruik kan maken van het loonkostenvoordeel.  

1 Werkgevers kunnen voor veel verschillende groepen het loonkostenvoordeel inzetten

Het loonkostenvoordeel voor de banenafspraak is wellicht het meest bekend. Maar de regeling is voor meer groepen bedoeld. Om te bepalen of het loonkostenvoordeel kansen biedt voor de klant die jij begeleidt, check je of de klant hoort tot een van de volgende groepen.  Scan eerst even de hoofdcategorieën want het is nogal een lang lijstje.

  • Arbeidsgehandicapte werknemers
    • Mijn klant heeft een WIA- of WAO-uitkering; of
    • mijn klant is minder dan 5 jaar geleden bij de WIA-beoordeling minder dan 35% arbeidsongeschikt verklaard en kon geen passend werk doen binnen het bedrijf waar hij toen werkte.
  • Herplaatste arbeidsgehandicapte werknemers
    • Mijn klant krijgt recht op WIA en blijft in dienst bij zijn werkgever.
  • Oudere werknemers met een uitkering
    • Mijn klant is 56 jaar of ouder en heeft een arbeidsongeschiktheids- of werkloosheidsuitkering van UWV of de gemeente. Let op: niet bij Ziektewet.
  • Doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden 
    • Mijn klant ontvangt hulp van de gemeente vanuit de Participatiewet om aan het werk te komen en is volgens UWV (indicatie banenafspraak) of de gemeente (praktijkroute) niet in staat het wettelijk minimumloon te verdienen; of
    • mijn klant ontvangt een uitkering of ondersteuning vanuit de Wajong (ook mogelijk bij Wajongers zonder arbeidsvermogen); of
    • mijn klant werkt in de Wsw of had daar op 31 december 2014 een indicatie voor; of
    • mijn klant werkt op een Wiw of ID-baan; of
    • mijn klant is schoolverlater van het praktijk- en voorgezet speciaal onderwijs; of
    • mijn klant is een jonggehandicapte die alleen met inzet van een voorziening (bijv jobcoaching of een vervoersvoorziening) het wettelijk minimumloon kan verdienen; of
    • mijn klant heeft door een ziekte of handicap problemen gehad bij het volgen van onderwijs en gaat binnen 5 jaar na het schoolverlaten bij een werkgever aan de slag. UWV heeft voor deze klant een no-riskverklaring afgegeven.

2 Het loonkostenvoordeel is niet voor alle groepen even lang inzetbaar en even hoog

Bij de meeste loonkostenvoordelen geldt dat de werkgever er in de eerste 3 jaar van het dienstverband gebruik van kan maken. Alleen bij het herplaatsen van een werknemer is die periode slechts 1 jaar. Voor de groep banenafspraak en scholingsbelemmerden ligt er een plan om het loonkostenvoordeel structureel inzetbaar maken (dus ook na 3 jaar).

De hoogte van het loonkostenvoordeel wordt bepaald door het aantal uur waarover de werkgever in een jaar loon betaalt aan de werknemer. Voor elk ‘verloond’ uur ontvangt de werkgever na afloop van het jaar een voordeel van 3,05 euro met een maximum van 6.000 euro per jaar. Alleen bij de groep ‘banenafspraak en scholingsbelemmerden’ is het bedrag lager. Dan gaat het om 1,01 euro per uur en 2.000 euro op jaarbasis.

3 Er gelden best veel extra voorwaarden: let op deze spelbedervers

Er is een aantal voorwaarden die de inzet van loonkostenvoordeel voor iemand uit een van de hiervoor genoemde doelgroepen kan dwarsbomen. Als jouw klant werkt bij een Wsw-bedrijf, op een beschutte werkplek of de AOW-leeftijd al heeft bereikt, dan is loonkostenvoordeel niet mogelijk. En een werknemer die in dienst komt, mag in de 6 maanden voor de start van het contract niet in dienst zijn geweest bij deze werkgever. Een vakantiebaantje of betaalde stage telt daarbij ook mee, en gooit soms roet in het eten.

Tip: gaat iemand betaald stage lopen, dan kan de werkgever ook bij de start van de stage al gebruik maken van het LKV.

Verder geldt dat de werknemer in de maand voorafgaand aan het dienstverband al tot een van de doelgroepen hierboven moet behoren. Bij de doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden gaat het om de dag van indiensttreding. Op deze voorwaarde gaat het wel eens mis, als iemand op de dag van indiensttreding nog niet in het doelgroepregister staat (bijvoorbeeld bij forfaitaire loonkostensubsidie) of direct aansluitend aan de WIA wachttijd in dienst treed bij een nieuwe werkgever.

Tip: hou rekening met de voorwaarden van het loonkostenvoordeel bij het bepalen van de datum van indiensttreding.

4 Tijdig een doelgroepverklaring aanvragen is heel erg belangrijk

Om van het loonkostenvoordeel gebruik te kunnen maken, heeft de werkgever een doelgroepverklaring nodig. De werknemer moet deze aanvragen bij UWV. Alleen de  oudere werknemer met een gemeentelijke uitkering, doet dit bij de gemeente. De werknemer kan de werkgever of iemand anders (bijvoorbeeld jou als coach) machtigen om de aanvraag te doen. Wat erg belangrijk is, is dat de aanvraag moet plaatsvinden in de eerste 3 maanden van het dienstverband. Latere aanvragen worden niet in behandeling genomen. Dus het is voor de werkgever van belang dat de werknemer niet vergeet de aanvraag te doen. Een aandachtspunt hierbij is het volgende: de werkgever mag de werknemer in het kader van de privacy in de eerste twee maanden niet vragen of het loonkostenvoordeel van toepassing is. Dus als de werknemer of jij als re-integratiecoach de werkgever hierover niet informeert kan de werkgever er alleen in de derde maand van het dienstverband naar vragen en is het zaak dat de werknemer snel de doelgroepverklaring aanvraagt.

 5 Je kunt de loonkostenvoordelen niet stapelen

Ook goed om te weten: het is niet mogelijk om de loonkostenvoordelen te stapelen. Komt er een iemand van 58 jaar met een Wajong-uitkering in dienst, dan is krijgt de werkgever maar één keer loonkostenvoordeel. Het hoogste voordeel komt dan tot uitkering.  In deze situatie dus het loonkostenvoordeel voor oudere werknemers. Ook een combinatie met het lage-inkomensvoordeel is niet mogelijk. Na afloop van het recht op loonkostenvoordeel kan de werknemer mogelijk wel gebruik maken van lage-inkomensvoordeel. Een beetje vreemd, maar wel fijn: bij jongeren tot 21 jaar is een combinatie van loonkostenvoordeel met het jeugd-lage inkomensvoordeel wel mogelijk.

 

Meer weten

Wil je meer weten over de regelingen die je kunt inzetten voor jouw klanten? Op mijn website staat een handig stipjesschema om te zien wat voor wie mogelijk is. Uitgebreide informatie vind je in de ‘Toolbox voor re-integratiecoaches’. Heb je een andere vraag waarmee ik je wellicht kan helpen. Bel of mail gerust.